We zijn weer gewoon geopend in het 't Lossers hoes lok 1.25. Let wel op de openingsuren. |
Gröninger / Gröniger, Bertha Johanna Maria - i9532
Betsie Knippers-Gröniger | ||
3 november 1980 - Fotograaf Norbert Klein | ||
Bekend van | groentewinkel Knippers | |
Genealogie | ||
Persoonsnummer | I9532 |
Bestie Knippers-Gröniger (1935-1999) (I9532)
werd geboren op 26 januari 1935 op 't Spinnert in Overdinkel.[1]
Zij was een dochter van Johannes Hendrikus Gröniger, geboren te Neede en Hendrika Engelina Wageler, geboren te Lonneker.
Het boerenhuis “Het Spinnert” ligt aan de Invalsweg en aan de Ruenbergerbeek op de zogenoemde “Vosbult” en was van oorsprong een kotten met een zogenoemde boavenkamer (aangebouwde kamer voor de oude boer) en een achterheerd (uitbouw zodat men rondom het vuur kon zitten). In oude aktes wordt dit huis ook “Kotten ’t achtste part van Wilpelo” genoemd (het gewaarde erve in Overdinkel dat reeds in 1475 wordt vermeld). Een andere benaming voor “Het Spinnert” is Bekkers Huis. Berends Beckers was gehuwd met Feem ter Denge (Spinnertsfeem). Zij stierven kinderloos, waarna het erf aan het begin van de twintigste eeuw werd aangekocht door de r.k. kerk in Overdinkel. De familie Gröniger werd in latere jaren de eigenaar.
Daar op die historische boerderij groeide Betsie Gröniger op als het vierde kind in een gezin met vijf dochters en twee zonen.
Na haar schooltijd werkte ze in de huishouding bij dokter L. de Bruyn, in het grote karakteristieke huis aan de Gronausestraat.
Betsie Gröniger trouwde met Harry Knippers uit Losser, die samen met zijn vader een groentewinkel dreef op de hoek van de Brinkstraat/Kosterstraat. Nu staat daar de witte winkelflat met onder meer een vestiging van de textielketen Ter Stal
Betsie Gröniger ging werken in deze groentezaak en zoals veel zakenvrouwen van haar generatie moest zij de zorg voor haar gezin combineren met het werk in de winkel. Haar man ventte intussen de groente met paard en wagen. Tot in de zeventiger jaren ging hij zo langs zijn klanten.
Een neveninkomst van Harry Knippers was het rijden van de lijkkoets, waarvoor de koetsier en het paard geheel in stijl waren opgetuigd. De lijkkoets was een zogenoemde glaskoets, in de twintiger jaren geleverd aan de Lijkwagenvereniging Losser door de firma Huiskamp uit Winterswijk. In het glas rondom waren verschillende voorstellingen aangebracht. Op de grootste middelste ruit aan de zijkant stond een grote engel afgebeeld met een bazuin, verwijzend naar het Laatste Oordeel uit het Boek Openbaringen van Johannes. Een eerste klas begrafenis (ook bij uitvaarten waren rangen en standen), waarbij de zwarte paarden waren voorzien van dekkleden, manekappen en zwarte pluimen was een indrukwekkend gezicht.
Betsie Knippers heeft haar schoonouders en ook later haar man tijdens hun ziekte liefdevol verzorgd.
Nadat de groentezaak aan het einde van de tachtiger jaren gesloten werd, verhuisde ze naar een flat aan de overkant, aan de Kostersgaarden. Ondanks haar zwakke gezondheid had ze het daar goed naar haar zin.
Referenties
- ↑ Het meisje in de Froenstraat ... - Tekst Thea H. Evers-Evers - Foto's : Norbert Klein ; uitgegeven door Historische Kring Losser in 2005.