We zijn weer gewoon geopend in het 't Lossers hoes lok 1.25. Let wel op de openingsuren. |
Bos, Margaretha Christina - i11766
Sientje Pruntel-Bos | ||
6 oktober 1980 Fotograaf Norbert Klein | ||
Algemene informatie | ||
Beroep | kruidenier | |
Genealogie | ||
Persoonsnummer | I11766 |
Sientje Pruntel-Bos (1929- ) (I11766)
werd geboren op 29 maart 1929 in Losser.[1]
Sientje Bos, bijgenaamd Bossie werd geboren op 29 maart1929 in Losser. Haar ouders hadden een winkeltje aan de toenmalige Overdinkelsestraat (nu Gronausestraat) waar later de bakkerswinkel van Ten Berge was. Je kon er van alles kopen: van scheermesjes, schoenveters, stopnaalden, haarkammen, knopen en stopgaren tot groente en kruidenierswaren. Door een brand werden ze daar gedwongen om in de schuur te wonen en ook van daaruit de winkel draaiend te houden.
Toen in 1927 de bouw van het zogenoemde “Rode dorp” ( de woningen aan de latere Scholtinkstraat, toen Dinkelstraat) klaar was, betrokken haar ouders daar een nieuw pand op de hoek van de Smitsbreeweg. De benaming “Rode dorp” had niets te maken met de politieke achtergrond van de mensen die daar gingen wonen, maar was afgeleid van de kleur van de stenen. De familie Bos verkocht niet alleen spulletjes in hun winkel, maar vader ging ook op pad met paard en wagen om met kruidenierswaren en groente te venten. Vanaf haar dertiende tot en met haar zeventiende jaar liep Sientje met de wagen mee. “s Morgens om 8 uur trokken ze al richting Glane en als ze in de buurt van huizen kwamen schreeuwde vader Bos altijd keihard “Bossieeee”. En zo kwam haar vader en ook Sientje aan haar bijnaam. Broer Willem nam dit venten over, eerst voor zijn moeder en later deed hij het voor zichzelf.
Sientje Bos trouwde met Arend Pruntel uit Ruinen. Toen ze tweeëndertig was nam ze het winkeltje over, na eerst het middenstandsdiploma en het kruideniersdiploma te hebben behaald. Door twintig gulden extra te betalen mocht ze deze cursussen versneld volgen. Ze deed er maar zes maanden over in plaats van de twaalf die gebruikelijk waren. Al vrij snel werd de voorkamer van de woning bij de winkel aangetrokken, zodat er meer artikelen konden worden uitgestald en men ook beter uit de voeten kon. Echtgenoot Arend werkte overdag op de fabriek en zij hielp de klanten uit de buurt in haar winkel. Rekenen was een van haar sterke punten. Alles ging uit het hoofd of op papier. “Van die rekenmachientjes wordt een mens alleen maar dommer” zei ze eens.
Sientje was van mening dat ze nooit te klagen hebben gehad. Door hard te werken hebben ze zich al die jaren goed gered. “Of je het werk nu graag deed of niet, je moest gewoon. In die tijd hadden kinderen ook niet zoveel te vertellen als tegenwoordig”. Toch heeft ze nooit met tegenzin in de winkel geholpen. “Ik zal het werk straks zeker missen” zei ze, toen ze in 1986 haar winkel aan de kant deed, na bijna vijfenveertig jaar achter de toonbank te hebben gestaan. De opmars van de supermarkten deed zich ook in Losser gelden. De Edah was gekomen en toen er ook nog een filiaal van Sanders kwam werd de omzet veel minder. “Tegen die groten kunnen wij gewoon niet op. Ze doen het nog goedkoper weg dan wij het kunnen inkopen”. En ook de melkboeren hadden inmiddels “van alles bij zich”. Kruideniers als Harm van Huizen, Notkamp en Bulters waren al verdwenen. De kinderen hadden er geen belang bij om zo’n buurtwinkeltje nog over te nemen. “En gelijk hebben ze, want ze kunnen veel beter ander werk gaan zoeken”.
In 1986, op zaterdag 2 augustus trok Sientje Pruntel-Bos de deur van haar buurtwinkeltje op de hoek van de Scholtinkstraat/Smitsbreeweg definitief achter zich dicht. Buurtbewoners en klanten schonken haar twee tuinstoelen en vier kussens voor de tuinset. En zo kwam er een einde aan het laatste kleine buurtwinkeltje in Losser.
Referenties
- ↑ Het meisje in de Froenstraat ... - Tekst Thea H. Evers-Evers - Foto's : Norbert Klein ; uitgegeven door Historische Kring Losser in 2005.