We zijn weer gewoon geopend in het 't Lossers hoes lok 1.25. Let wel op de openingsuren. |
Benneker, Franz - i182487
Uit Oet Dorp en Marke wiki new
Benneker, Franz | ||
Algemene informatie | ||
Geboortenaam | Franz Bernard | |
Geboren | Epe, NRW, DEU, 18-10-1915 | |
Overleden | Losser, 18-10-1944 | |
Nationaliteit | NL | |
Genealogie | ||
Persoonsnummer | I182487 |
Franz Bernard (Frans) Benneker (Epe, NRW, DEU, 1-5-1915 - Losser, 18-10-1945) (I182487) is getrouwd met Aleida Hendrika Hesselink (I182488) en bij zijn gewelddadige dood, vader van 4 kinderen. Na de dood van Benneker werd het vijfde kind geboren. Hij was een verdienstelijk klootschieter.
Hij is op 21 okt 1944 begraven in Losser en later herbegraven op het Nationaal Ereveld Loenen (B 454)[1].
Klootschietersmonument
Zijn naam staat vernoemd op het Klootschietersmonument in Losser [2]
Reconstructie van de dood van Franz Benneker
Tekst uit boek "In Losser is niets gebeurd" (paragraaf 4.5.3]
Op de druilerige herfstmorgen van 18 oktober 1944, werd Franz Benneker in de buurt van het Hannekerveld, waar hij zo veel triomfen als klootschieter in Lossers en ook Twents verband had geoogst, door een Duitse parachutistenafdeling neergemaaid. De Duitse afdeling was in café Schorfhaar gelegerd, waarschijnlijk met het oog op de komende razzia's die in Twente en een week later (25 oktober) in Losser zouden worden gehouden.
Franz overlegde op deze morgen met zijn buurtgenoten Jan van Huizen, Jan de Vries en Gerard Luttikhuis, allen wonende aan de toenmalige Dinkelstraat (nu Scholtinkstraat), hoe zij het beste uit de handen van de Duitsers konden blijven. Het gerucht ging door Losser dat er een razzia op komst was. Hun eerste plan was om zich te verstoppen in een duiker, die de dorpsbeek onder de Dinkelstraat doorleidde, maar dat leek hun toch niet veilig genoeg. Toen zij een groepje militairen zagen naderen, raakten zij in paniek en zetten het op het lopen. Achter de Bleek langs, langs het huis van Leo Assink achter langs het huis van huis van gemeente-architect Steijlen om vervolgens bij café Jan de Boer uit te komen en toen de Denekamperdijk op. Het vluchtgedrag trok onvermijdelijk de aandacht van de Duitse militairen, die hen luidkeels roepend "Halt, stehen bleiben", achtervolgden. Misschien hadden ze beter kunnen blijven staan. Nu er aan hun bevelen geen gehoor werd gegeven, openden de Duitsers, op de kruising Denekamperdijk en de zandweg die van de Lutterstraat kwam ter hoogte van het huis van Kees van Mook, het vuur. Jan de Vries en Jan van Huizen lieten zich in een natte greppel vallen. Gerard Luttikhuis vluchtte in een schuurtje van naburige woningen en bleef daar tot in de nacht zitten, want de Duitsers misten er uiteindelijk één en zochten door - ook in de omtrek. Franz trachtte met een sprong over een prikkeldraadafrastering in het achterliggende weiland te ontkomen. Een kogel trof hem in de hals en hij was vrijwel onmiddellijk dood. De haastig gewaarschuwde kapelaan Kwakman verleende nog geestelijke bijstand. De Duitse commandant was woedend en ging als een razende tekeer. Hij hield een donderspeech, waarbij hij de twee gearresteerde Lossernaren vergeleek met de Franse "Maquis" (ondergrondse) die de Duitsers in de rug hadden aangevallen. Hier zal dat niet gebeuren zo vervolgde hij. "Wir werden euch mit die Beine hoch aufhängen" zo trachtte hij de angst er in te houden. Mogelijk dacht hij met echte "Verbrecher" te doen te hebben. Jan van Huizen werd door een parachutist zodanig mishandeld, dat hij jaren lang nog nierklachten heeft gehad.
Uit een schuur die in het Hannerkerveld stond, werd een deur gesloopt en hier moesten zij Franz opleggen en vervolgens op een aangerukte Duitse vrachtwagen plaatsen. Daarna reden ze midden door de Esch met op ieder hoek van de wagen een gewapende parachutist. En daarna naar de Ortscommandant in Enschede. De moeder van Franz, die intussen was gewaarschuwd probeerde op de wagen bij haar zoon te komen, maar werd aanvankelijk bruut verwijderd. Op de "zwarte weg"(Gildehauserstraat) rekenden zij nog Henny Nijmeijer en zijn zuster in maar deze werden vrij snel weer vrijgelaten. In Enschede werd aan het lichamelijk leed van de twee andere Lossernaren nog wat zielepijn toegevoegd, toen zij in de gang die naar de Ortscommandant leidde een NSB-dorpsgenote aantroffen die met een Duitse militair flirtte.
Bij het verhoor door de Ortscommandant werd nog wat zout in de wonden gestrooid, toen tijdens het verhoor een Hollandse WA-man in zwart tenue binnenkwam en aan de Ortscommandant aanbood om het verhoor als dat nodig was over te nemen. "Hij zou het er wel uit rammen". Gelukkig ging de commandant niet op dit aanbod in. Het bleek al snel dat angst voor de bombardementen het enige motief van de gearresteerden was om niet in Duitsland (Gronau) te gaan werken.
Onder geleide werden ze naar het gebouw van de T.O.M.(Twentse Overzeesche Maatschappij) aan de Tubantiasingel gebracht waar een burau voor "Arbeitseinsatz" was gevestigd. Een Duitse dame registreerde alles nog eens. Zij stelde zichzelf als voorbeeld want - zoals ze zei - kwam ze lopend uit Epe om in Enschede het "Vaterland" te dienen. Indien ze morgen niet op het werk in Gronau waren, zouden ze worden opgepakt en verder in Duitsland te werk worden gesteld. De keus was niet moeilijk, er bleef niets anders over.
Franz Benneker liet een vrouw en vier kleine kinderen achter. Hij werd op 21 oktober op het Rooms-Katholieke kerkhof in Losser begraven. Losser was een succesvol klootschieter armer. Het klootschietersmonument op de hoek Dinkelstraat-Lutterstraat is een blijvende herinnering, mede aan dit drama.
Extern
Oorlogsmonumenten Nationaal Comité 4 en 5 mei Losser Klootschietersmonument
Oorlogsgraven Stichting - Franz Bernhard Benneker 1915-1944
Traces of War - Benneker, Franz Bernhard